Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schal

Werkwoord

vervoeging van
schallen

schal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schallen
    • Ik schal. 
  2. gebiedende wijs van schallen
    • Schal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schallen
    • Schal je?