scandeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scandeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scan·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scanderen |
scandeerde
- enkelvoud verleden tijd van scanderen
- Ik scandeerde.
- Jij scandeerde.
- Hij, zij, het scandeerde.
- Ik scandeerde.