Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·ti·neer

Werkwoord

vervoeging van
satineren

satineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van satineren
    • Ik satineer. 
  2. gebiedende wijs van satineren
    • Satineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van satineren
    • Satineer je? 

Gangbaarheid