Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·kneep

Werkwoord

vervoeging van
samenknijpen

samenkneep

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenknijpen
    • ... dat ik samenkneep. 
    • ... dat jij samenkneep. 
    • ... dat hij, zij, het samenkneep.