Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·la·ri·eer·den

Werkwoord

vervoeging van
salariëren

salarieerden

  1. meervoud verleden tijd van salariëren
    • Wij salarieerden. 
    • Jullie salarieerden. 
    • Zij salarieerden. 

Gangbaarheid