Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·cri·fi·eer·den

Werkwoord

vervoeging van
sacrifiëren

sacrifieerden

  1. meervoud verleden tijd van sacrifiëren
    • Wij sacrifieerden. 
    • Jullie sacrifieerden. 
    • Zij sacrifieerden. 

Gangbaarheid