Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·cri·fi·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn

Werkwoord

sacrifiëren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sacrifiëren
sacrifieerde
gesacrifieerd
zwak -d volledig
  1. iets of iemand opofferen (voor het goede doel)
    • Dat wil niet zeggen dat hier geen doden vallen. Tot 2010 werd elke aap uiteindelijk gedood, hetzij omdat hij niet meer bruikbaar was, hetzij om zijn hersenen te ontleden. Dat laatste gebeurt nog altijd. Peter Janssen, die als onderzoeker verantwoordelijk is voor een tiental Leuvense apen, noemt het graag ‘euthanasie’, al weet hij dat die term niet helemaal klopt. ‘Euthanasie vereist toestemming. Maar wat moet je dan zeggen? Sommige onderzoekers hebben het over “sacrifiëren”. [1] 

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen