sacrifieer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sacrifieer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·cri·fi·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sacrifiëren |
sacrifieer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sacrifiëren
- Ik sacrifieer.
- gebiedende wijs van sacrifiëren
- Sacrifieer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sacrifiëren
- Sacrifieer je?
Gangbaarheid
- Het woord sacrifieer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.