rugga
- verleden tijd van rugge
- voltooid deelwoord van rugge
rugga, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rugge
rugga
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast rugge, zie aldaar
rugga
- verleden tijd van rugga
- voltooid deelwoord van rugga
rugga
- gebiedende wijs van rugga
rugga
- verleden tijd van rugge
- voltooid deelwoord van rugge
rugga
- gebiedende wijs van rugge
rugga, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rugge