• rost

rost

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van ros
vervoeging van
rossen

rost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rossen
    • Jij rost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rossen
    • Hij rost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rossen
    • Rost! 
37 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be