rondbel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rond·bel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rondbellen |
rondbel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbellen
- ... dat ik rondbel.
Gangbaarheid
- Het woord rondbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.