romantiseer
- Geluid: romantiseer (hulp, bestand)
- ro·man·ti·seer
vervoeging van |
---|
romantiseren |
romantiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van romantiseren
- Ik romantiseer.
- gebiedende wijs van romantiseren
- Romantiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van romantiseren
- Romantiseer je?
- Het woord romantiseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.