• IPA: /ˈriːvɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rieve
reef
gereve
klasse 1 volledig

rieve

  1. harken
    «I g'm hèrse mót me-n ömmer döks rieve
    In de herfst moet men altijd veel harken.