• re·tour·neert
vervoeging van
retourneren

retourneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van retourneren
    • Jij retourneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van retourneren
    • Hij retourneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van retourneren
    • Retourneert!