resumeerde
- Geluid: resumeerde (hulp, bestand)
- re·su·meer·de
vervoeging van |
---|
resumeren |
resumeerde
- enkelvoud verleden tijd van resumeren
- Ik resumeerde.
- Jij resumeerde.
- Hij, zij, het resumeerde.
- Ik resumeerde.
- Het woord resumeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.