• res·con·treert
vervoeging van
rescontreren

rescontreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rescontreren
    • Jij rescontreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rescontreren
    • Hij rescontreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rescontreren
    • Rescontreert!