remt
- remt
vervoeging van |
---|
remmen |
remt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remmen
- Jij remt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remmen
- Hij remt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van remmen
- Remt!
- Het woord remt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.