remiseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: remiseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·mi·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
remiseren |
remiseerde
- enkelvoud verleden tijd van remiseren
- Ik remiseerde.
- Jij remiseerde.
- Hij, zij, het remiseerde.
- Ik remiseerde.