remedieerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: remedieerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·me·di·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
remediëren |
remedieerde
- enkelvoud verleden tijd van remediëren
- Ik remedieerde.
- Jij remedieerde.
- Hij, zij, het remedieerde.
- Ik remedieerde.