relaxeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·laxeer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
relaxeren |
relaxeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van relaxeren
- Ik relaxeer.
- gebiedende wijs van relaxeren
- Relaxeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van relaxeren
- Relaxeer je?
Gangbaarheid
- Het woord relaxeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.