relativistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·la·ti·vis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
relativistischers
- partitief van de vergrotende trap van relativistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'relativistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.