• re·la·teert
vervoeging van
relateren

relateert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van relateren
    • Jij relateert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van relateren
    • Hij relateert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van relateren
    • Relateert!