relateert
- re·la·teert
vervoeging van |
---|
relateren |
relateert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van relateren
- Jij relateert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van relateren
- Hij relateert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van relateren
- Relateert!
- Het woord relateert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.