rekten
- rek·ten
vervoeging van |
---|
rekken |
rekten
- meervoud verleden tijd van rekken
- Wij rekten.
- Jullie rekten.
- Zij rekten.
- Wij rekten.
- Het woord rekten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
rekken |
rekten