rehabiliteert
- re·ha·bi·li·teert
vervoeging van |
---|
rehabiliteren |
rehabiliteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rehabiliteren
- Jij rehabiliteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rehabiliteren
- Hij rehabiliteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rehabiliteren
- Rehabiliteert!
- Het woord rehabiliteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.