• re·gis·treert
vervoeging van
registreren

registreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van registreren
    • Jij registreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van registreren
    • Hij registreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van registreren
    • Registreert!