regenereerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ge·ne·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
regenereren |
regenereerde
- enkelvoud verleden tijd van regenereren
- Ik regenereerde.
- Jij regenereerde.
- Hij, zij, het regenereerde.
- Ik regenereerde.
vervoeging van |
---|
regenereren |
regenereerde