regelden
- re·gel·den
vervoeging van |
---|
regelen |
regelden
- meervoud verleden tijd van regelen
- Wij regelden.
- Jullie regelden.
- Zij regelden.
- Wij regelden.
- Het woord regelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
regelen |
regelden