reenden
- reen·den
vervoeging van |
---|
renen |
reenden
- meervoud verleden tijd van renen
- Wij reenden.
- Jullie reenden.
- Zij reenden.
- Wij reenden.
- Het woord 'reenden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
vervoeging van |
---|
renen |
reenden