reefden
- reef·den
vervoeging van |
---|
reven |
reefden
- meervoud verleden tijd van reven
- Wij reefden.
- Jullie reefden.
- Zij reefden.
- Wij reefden.
- Het woord reefden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
reven |
reefden