reduceert
- re·du·ceert
vervoeging van |
---|
reduceren |
reduceert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reduceren
- Jij reduceert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reduceren
- Hij reduceert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van reduceren
- Reduceert!
- Het woord reduceert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.