recurrerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·cur·re·ren·de
Bijvoeglijk naamwoord
recurrerende
- verbogen vorm van de stellende trap van recurrerend
Werkwoord
vervoeging van: | recurreren |
recurrerende
- verbogen vorm van recurrerend, het onvoltooid deelwoord van recurreren