recipiërend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: recipiërend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·ci·pi·e·rend
Werkwoord
vervoeging van: | recipiëren |
verbogen vorm: | recipiërende |
recipiërend
vervoeging van: | recipiëren |
verbogen vorm: | recipiërende |
recipiërend