Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ters

Zelfstandig naamwoord

de rechtersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rechter

Bijvoeglijk naamwoord

rechters

  1. partitief van de vergrotende trap van recht
    • Dat is iets rechters... 

Gangbaarheid