rechtbuig
- recht·buig
vervoeging van |
---|
rechtbuigen |
rechtbuig
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbuigen
- ... dat ik rechtbuig.
- Het woord rechtbuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
rechtbuigen |
rechtbuig