recapt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·capt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
recappen |
recapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recappen
- Jij recapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recappen
- Hij recapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van recappen
- Recapt!
Gangbaarheid
- Het woord recapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.