Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ca·lar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
recalar
recalaba
recalado
volledig

Werkwoord

recalar

  1. onovergankelijk (scheepvaart) de kust in zicht krijgen, de haven bereiken
  2. overgankelijk doordrenken (met vloeistof)

Verwijzingen