• re·ani·meer
vervoeging van
reanimeren

reanimeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reanimeren
    • Ik reanimeer. 
  2. gebiedende wijs van reanimeren
    • Reanimeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reanimeren
    • Reanimeer je?