radiotelefoons

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  radiotelefoons    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ra·dio·te·le·foons

Zelfstandig naamwoord

de radiotelefoons mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord radiotelefoon

Gangbaarheid

• Het woord radiotelefoons staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.