quille v

  1. kegel
  2. (spreektaal) poot, been, stelt
    «Il a joué des quilles
    Hij heeft de kuierlatten genomen. [1]
  3. (spreektaal) fles
    «Je prends une quille de rouquin, comme d'ab.»
    Ik neem een fles rode wijn, zoals gewoonlijk. [1]