pubert
- pu·bert
vervoeging van |
---|
puberen |
pubert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puberen
- Jij pubert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puberen
- Hij pubert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van puberen
- Pubert!
- Het woord pubert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.