proviandeert
- pro·vi·an·deert
vervoeging van |
---|
provianderen |
proviandeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provianderen
- Jij proviandeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van provianderen
- Hij proviandeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van provianderen
- Proviandeert!
- Het woord proviandeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.