propt samen
- Geluid: propt samen (hulp, bestand)
- propt sa·men
vervoeging van |
---|
samenproppen |
propt (...) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenproppen
- Jij propt samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenproppen
- Hij propt samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenproppen
- Propt samen!