• pro·fe·tie·en

de profetieënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord profetie
     Maar wij hebben steeds meer energie gestoken in het rationeel doorgronden van natuurlijke gebeurtenissen: er zijn geen voortekenen of openbaringen meer, geen vloeken of profetieën; onze toekomst zal niet in godshuizen maar in laboratoria worden ontsluierd.[1]
  1. “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact  , ISBN 9789045045979