• pro·cla·meert
vervoeging van
proclameren

proclameert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proclameren
    • Jij proclameert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proclameren
    • Hij proclameert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van proclameren
    • Proclameert!