Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·lijst

Werkwoord

vervoeging van
polijsten

polijst

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van polijsten
  2. gebiedende wijs van polijsten

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be