polierden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·lier·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
polieren |
polierden
- meervoud verleden tijd van polieren
- Wij polierden.
- Jullie polierden.
- Zij polierden.
- Wij polierden.
Gangbaarheid
- Het woord polierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.