pokerden
- po·ker·den
vervoeging van |
---|
pokeren |
pokerden
- meervoud verleden tijd van pokeren
- Wij pokerden.
- Jullie pokerden.
- Zij pokerden.
- Wij pokerden.
- Het woord pokerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
pokeren |
pokerden