ploos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ploos
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pluizen |
ploos
- enkelvoud verleden tijd van pluizen
- Ik ploos.
- Jij ploos.
- Hij, zij, het ploos.
- Ik ploos.
Gangbaarheid
- Het woord ploos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ploos" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be