plaveit
- pla·veit
vervoeging van |
---|
plaveien |
plaveit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaveien
- Jij plaveit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaveien
- Hij plaveit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaveien
- Plaveit!
- Het woord plaveit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.