Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plat·brandt

Werkwoord

vervoeging van
platbranden

platbrandt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platbranden
    • ... dat jij platbrandt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platbranden
    • ... dat hij platbrandt.